Presentatie onderzoek ‘Beter is nog niet goed’ tijdens NFF Conferentie 2021
Tijdens de slotsessie ‘Beter is nog niet goed’ van de Professionals Conferentie op het Nederlands Film Festival 2021 werden met harde cijfers en dito verhalen gepresenteerd hoe het werkelijk gesteld is met de man-vrouwverhouding in de Nederlandse televisie- en filmindustrie.
De ironie van de sessie ‘Beter is nog niet goed’, waarin de cijfers van een grootschalig onderzoek naar de representatie van vrouwen in de televisie- en filmindustrie werden gepresenteerd én becommentarieerd, was duidelijk zichtbaar. De enige plek waarin vrouwen daar werkelijk de meerderheid uitmaken, was in de zaal, als publiek. Zou je op de filmset, in de studio of achter de schermen kijken, dan liggen de verhoudingen radicaal anders.
Hóe anders werd goed zichtbaar in de slides vol grafieken uit de presentatie waarmee Willemien Sanders aftrapte. Zij deed vanuit de Universiteit Utrecht, in opdracht van netwerkorganisatie Vrouwen in Beeld, onderzoek naar de man-vrouwverdeling in de afgelopen tien jaar op sleutelposities bij Nederlandse speelfilms, kort films, documentaires, single plays en series.
De beoogde en vaak gedachte 50-50-verhouding bleek het bij lange na niet te zijn. Onder leiding van Sanders verzamelde een onderzoeksgroep hiervoor een grote hoeveelheid data van filmfestivals, het filmfonds en eigen aanvullend onderzoek. Eigenlijk simpelweg een kwestie van poppetjes tellen, volgens Sanders, waarbij het genderlabel misschien problematisch is, maar ook praktisch. En geteld en geturfd werd er. In totaal werden 2469 producties uit de periode 2011-2020 onder de loep genomen: 395 speelfilms, 704 korte films, 182 televisieseries, 105 single plays en 470 lange en 613 korte documentaires. De focus lag op elf sleutelposities; van productie, scenario, regie, camera, montage en production design tot sound design, setgeluid, research, hoofdrol en bijrol.
De bijna 2500 geanalyseerde producties leverde een duidelijk totaalbeeld op. Mannen voeren in álle onderzochte functies in aantallen de boventoon, met de ’technische beroepen’ (zoals montage en sounddesign) als uitschieter. Alleen de rol van researcher bij documentaires bevestigt de spreekwoordelijke uitzondering op de regel. De omvang van het probleem en het feit dat de verschillen zo gigantisch blijken, waren volgens initiatiefnemer Esther Schmidt van de netwerkorganisatie Vrouwen in Beeld een enorme tegenvaller. De stichting wil de activiteiten van vrouwen voor en achter de camera beter zichtbaar maken en de arbeidspositie te versterken. Daarbij merkt ze dat de tendens in gesprekken met verschillende partijen nog steeds is dat ‘we het wel goed doen in Nederland, zeker in vergelijking met de ons omringende landen’.
Sanders vond de data op bepaalde punten zelf ook schokkend. “Bij de drie above the line functies -productie, regie, scenario- is de verhouding over de afgelopen tien jaar weinig veranderd: 2/3 man, 1/3 vrouw. Op een aantal punten ligt de ontwikkeling stil en vertoont de grafiek een vlakke lijn. Dat is het geval bij montage, scenario en setgeluid. Daar zijn de getallen voor vrouwen sowieso al niet zo hoog en die vertonen ook vrijwel geen verandering.”
In de discipline documentaire gaat het beter, maar is het wel de vraag wat de reden daarvoor is. Heeft dat te maken met risicomijding omdat het goedkopere producties zijn, of misschien met het achterliggende idee dat het beter bij vrouwen past omdat die dienstbaarder of empirischer zouden zijn?
Schmidt: “De vakverenigingen, met wie we gedurende het onderzoek contact op namen, merk ik heel veel bereidheid om zaken als inclusie en diversiteit op te pikken. Dit is alleen nog maar kwantitatief onderzoek. We hebben nu alleen gekeken naar absolute cijfers en percentages. De inhoudelijke betekenis en de oorzaken moeten ook onderzocht worden, dat is wat mij betreft een volgende noodzakelijke stap. Vandaar dat we met die vakverenigingen in gesprek zijn hoe we kwalitatieve onderzoeken via focusgesprekken kunnen gaan organiseren. Ook willen we het dan hebben over zaken als gelijke beloning. De verschillen in beloning tussen vrouwen en mannen bij bijvoorbeeld editors zijn enorm.”
Sanders geeft aan dat de analyse nog niet helemaal is voltooid, en dat ze nog dieper in de cijfers gaat duiken. Een netwerkanalyse kan duidelijkheid geven of de netwerken rond mannelijke producenten wezenlijk anders in elkaar steken dan rond vrouwelijke producenten. Totdat de onderzoeksresultaten een conclusie opleveren, baseert Schmidt zich op haar buikgevoel. “De oorzaak kan de manier zijn waarop we in onze sector gewend zijn te werken. Dat gaat ook over kansen krijgen en geven. Een crewlid, een regisseur of een scenarist worden gekozen op basis van eerdere ervaringen. Aangezien we uit de cijfers zien dat het voornamelijk mannen zijn, doorbreek je zo nooit de cirkel. Vrouwen krijgen minder kansen: en dat is niet alleen omdat ze vrouw zijn, maar omdat ze minder meters hebben gemaakt.”
Na de harde cijfers kwamen in het tweede deel persoonlijke ervaringen met de harde realiteit aan bod. Ervaringen van actrice via Jacqueline Blom, die samen met scenarist en regisseur Corien van der Zwaag de postcast De Bitch en de Hoer maakt en zo de mechanismen achter de structuren bevraagt en blootlegt. De aanleiding voor Blom was een toneelbewerking van Tsjechov, waarin ondanks gedane beloftes de schamele twee vrouwenrollen -het hoertje en de bitch- niet echt ter zake deden. Dat zorgde voor een dilemma: uit de productie stappen of niet? Blom: “Ik besloot te blijven om het ze lastig te maken. Om duidelijk te maken: dit soort verhalen op deze manier vertellen, dat kan anno 2019 niet meer. Want zolang je dat doet, hou je deze situatie in stand en ben je medeplichtig aan de instandhouding van deze machtsverdeling. Ik hield een spreekbeurt aan mijn mannelijke collega’s over wat ik allemaal wist over het fenomeen -zaken die ik daarvoor eigenlijk alleen met vrouwen besprak.” Het stuk werd aangepast -maar nog niet helemaal zoals nodig was geweest- en daarom kwam er een Podcast. Daarin vertellen Corien en ik over buitenlandse onderzoeken en inzichten en interview ik iemand over dit fenomeen, van makers tot een cultuurrecensent of een emeritus hoogleraar.”
“Het benoemen van de misstanden is iets wat vrouwelijke collega’s tegenwoordig omarmen. Men durft er over te spreken, ook over thema’s als gelijke beloning. Dat is echt een verandering”. Maar of de uitgesproken stellingname haar carrière kan schaden, is geen afweging voor Blom. “Fuck it, dan is het maar zo. Ik doe dit voor de jongere collega’s. Daarvoor steek ik graag mijn nek uit. Het is onontkoombaar, de limiet is bereikt.”
In twee podcastfragmenten blijkt theatermaker en actrice Naomi Velisarriou dezelfde visie te delen, maar is ze “nog radicaler” dan Blom. Het patriachaat blijkt listig en geraffineerd in elkaar te steken. Invisible Women van Caroline Criado Perez wordt aangehaald, wat beschrijft hoe doordat vrouwen uit onderzoeksresultaten worden weggefilterd de hele wereld is ingericht op ‘de standaard’: de man. Van gezondheid tot infrastructuur en arbeid: vrouwen zijn niet default, maar de uitzondering. “En dat zit dus ook nog in de verhalen die we vertellen. De witte, heteroseksuele man is als hoofdpersoon de universele waarde.”
Er is dus een wereld te winnen. Dat begint met zichtbaarheid, erkenning en vervolgonderzoek. En door hier meer samen in op te trekken, zoals het platform Point of View, dat de sprekers hebben opgericht. Dit platform wil organisaties en personen verbinden die streven naar een gelijkwaardige vertegenwoordiging van vrouwen en het vrouwelijke perspectief in de Nederlandse kunst en cultuur.
Ook de toehoorders komen met een aantal suggesties, zoals het instellen van quota. Vraag uit de zaal: Is de stichting Vrouw in Beeld ook in dialoog met opleidingen? Ja, maar het opvallende is dat als je naar de opleiding kijkt, de verschillen daar nog niet zo groot zijn. Elke jaargang studeren er bijvoorbeeld praktisch net zo veel vrouwelijke als mannelijke editors af; toch stoten de eerste niet door bij speelfilms en de producties met hogere budgetten. Als consument cq filmbezoeker kun je ook de macht van de portemonnee aanwenden: wéér zo’n oorlogsverhaal met mannen in stoere outfit sla je dan misschien dan eens over. Essentieel is om het gesprek aan te gaan en te blijven voeren -met vrouwen én mannen.
Bekijk hier de eerste resultaten van het onderzoek