Vrouwen In Beeld op NFF Conferentie: ‘Op hakken gezet en klein gemaakt’

Tekst: Nederlands Film Festival
Illustratie: Menah Wellen

Tijdens de NFF Conferentie op het Nederlands Film Festival vond een interactieve bijeenkomst plaats naar aanleiding van ons lopende onderzoek naar de werkomstandigheden en mogelijkheden voor professionele ontwikkeling van actrices in Nederland.

De Universiteit Utrecht heeft, in opdracht van Vrouwen in Beeld en in samenwerking met ACT Acteursbelangen, onderzoek gedaan naar de werkomstandigheden en mogelijkheden voor de professionele ontwikkeling van vrouwelijke acteurs in Nederland. Hier is het rapport ‘Op hakken gezet en klein gemaakt’ uit voortgekomen.

Dit onderzoek is het eerste uit een reeks van vijf verdiepende onderzoeken die in 2025 gezamenlijk worden gepresenteerd. Als onderdeel van het gehele onderzoekstraject wil Vrouwen in Beeld samen met vakverenigingen en professionals aan de slag met vervolgstappen, en wil deze met elkaar te gaan bedenken. Het onderzoek met actrices is gebaseerd op focusgroepgesprekken met actrices. Vrouwen worden, volgens patriarchale normen, vooral op hun uiterlijk beoordeeld en hebben nauwelijks inbreng.

“Er moet ruimte zijn om te praten over wat er niet goed gaat, maar we willen vandaag vooral kijken hoe we het beter kan,” zegt moderator Winnie Rooseval (Haagse Hogeschool), “Daarbij moeten we naar het systeem gaan kijken. Want als we niet uitzoomen en de zaak systemischer bekijken, veranderen we ook niks.” Rooseval stelt voor om naar zaken die wél goed gaan te kijken, aan de hand van twee stellingen, die samen met acteur Frieda Barnhard, producent Shenin Lebrun en het publiek besproken worden.

Stelling 1: Maak meer ruimte om scripts en daarmee gelaagde personages volwaardig te ontwikkelen, met ruimte voor inbreng van actrices.
Barnhard heeft hier positieve ervaringen mee. “De nieuwe generatie let hier wel degelijk op, de laatste films waarin ik acteerde waren debuutfilms. Er werd goed geluisterd naar de acteurs en er was ruimte om karakters te ontwikkelen en aan te passen. Als een mannelijk personage, neem een hoogleraar of een rechercheur, wordt omgeschreven naar een vrouwelijk personage, vind ik dat hoopvol.” Een casting director uit het publiek herkent zich in het beeld dat Barnhard schetst. “De laatste tijd heb ik steeds meer positieve ervaringen,” zegt ze. De casting director bemerkt dat ze tegenwoordig veel eerder in het maakproces betrokken wordt. En als er meer tijd beschikbaar is om over de personages na te denken, worden ze veel gelaagder. “Ik denk dat de vorige film waar Frieda in speelde, Kiddo, daar het perfecte voorbeeld van is,” aldus de casting director.

Lebrun is nu bezig met haar nieuwe film Hotel Paramaribo, de ontwikkeling bevindt zich in de beginfase. “We hebben de lead en de scenarist zijn beide zwarte vrouwen. Samen brengen ze gelaagdheid aan het karakter” aldus de producent. Rooseval beaamt dat het betrekken van vrouwelijke acteurs bij het productieproces de gelaagdheid bevordert. Een mannelijk scenarist geeft een voorbeeld van een collega die een verhaal had geschreven waarin het perspectief van de moeder heel belangrijk is. Hij heeft toen een vrouwelijke scenarist gevraagd om hem daarin te ondersteunen of hij dat perspectief juist had weergegeven. En daar hebben ze beide heel veel van geleerd.

Helaas is er niet altijd tijd en geld om scenaristen en acteurs aan elkaar te koppelen, merkt een van de professionals uit het publiek op. Een producent uit het publiek geeft echter aan dat er best tijd en geld voor vrijgemaakt kan worden, bijvoorbeeld met geld uit de ‘artistieke ontwikkeling’ van het Filmfonds. En dat je daarmee kan bepalen dat je prioriteit aan geeft aan bijvoorbeeld iemand die meeleest of meeschrijft, dat heet sensitivity reading. Hij geeft aan dat je dat gewoon moet doen omdat het belangrijk is. En dat geld daarin niet het belangrijkste is, maar tijd en ruimte.

Een dramaturg van de NTR reageert dat het belangrijk is om de tijd te nemen: ze vertelt over een telefilm die nu in ontwikkeling is, waarbij de vrouwelijke acteur werd betrokken bij het hele proces, waaronder de casting van haar mannelijke tegenspeler en de vormgeving van de intieme scènes. Echter, volgens andere deelnemers uit het publiek zou deze verantwoordelijkheid niet alleen bij de acteurs horen te liggen. Vrouwelijke acteurs lopen tegen moeizame processen aan bij mannelijke acteurs en regisseurs, zo stelt een mannelijke scenarist en coach. De reacties daarop maken duidelijk dat mensen, voornamelijk mannen, vrouwen moeten bijstaan. “Dan hoef je niet als enige je eigen verhaal te verdedigen,” aldus Rooseval.

Stelling 2: Maak voorafgaand aan de draaiperiode concrete afspraken en begrip over fysieke en mentale behoeftes op de set.
Lebrun ziet, vanuit haar ervaring in het bedrijfsleven, wat dit punt betreft veel ruimte voor verbetering. “Ik ben in het bedrijfsleven gewend dat we gedragsregels gezamenlijk opstellen,” vertelt ze. “Daar zou in de filmsector meer ruimte voor moeten zijn. Bij mijn filmproducties stel ik de code of conduct samen met de crew op.” Barnhard zegt dat het goed is dat er tegenwoordig vertrouwenspersonen, psychologen en intimiteitstcoördinatoren zijn. Ze voegt daaraan toe dat het inzetten van deze middelen de drempel verlaagd voor vrouwen om zich uit te spreken. “Maar alle problemen honderd procent boven tafel krijgen, dat doet het nog niet.”

De discussie wordt vervolgens veelal gevoerd door het publiek. Een vrouwelijke casting director merkt op: “Uit mijn werkervaring weet ik dat het van cruciaal belang is om check-ins in te bouwen. Als er ruimte is om vrijuit te spreken, gaan dingen niet broeien.” “Dan wordt de angel verwijderd voordat het kan gaan etteren,” voegt Rooseval toe. “Ja,” concludeert Barnhard, “voordat het escaleert en er iemand ontslagen wordt.”

Een mannelijke producent vertelt dat hij de code of conduct in de breakdown met de crew doet, maar dat de cast er eigenlijk ook bij betrokken zou moeten worden. De eerste keer dat dit gebeurde, vielen de schellen namelijk van zijn ogen. “Een vrouwelijke acteur gaf aan dat ze een niet nader te noemen incident eigenlijk wilde verzwijgen, maar omdat we zo open het gesprek aangingen, deed ze toch melding van grensoverschrijdend gedrag van een crewlid. We hebben toen ogenblikkelijk actie ondernomen.”

Ook de onmisbaarheid van goede vertrouwenspersonen komt ter sprake. Een vrouwelijke acteur uit de zaal vertelt dat ze regelmatig meemaakte dat de vertrouwenspersoon geen externe partij was, maar de producent van het project waar ze aan meewerkte. “En die persoon is meestal te dicht betrokken bij het probleem om vrijuit tegen te kunnen spreken,” aldus de acteur. “ Een externe partij, zoals Mores, biedt gelukkig uitkomst.” Een aanwezige producent erkent het gevaar van conflicterende belangen, maar raadt de aanwezige collega-producenten toch aan om – net als zij – de cursus vertrouwenspersoon te volgen.

We zitten in een cultuurverandering. Dat wordt duidelijk wanneer het gesprek overgaat tot een discussie over het aanspreken van ongewenst gedrag, zelfs als het niet verkeerd bedoeld is. “Er is een verschil tussen intentie en impact,” concludeerd Rooseval. “Maar de verantwoordelijkheid ligt aan de intentie kant. Aan die kant moet je de oplossing vinden en dat kost tijd.”

Vervolgstappen
De interactie met het publiek en de bereidwilligheid om ervaringen en ideeen te delen was zo groot, dat er geen tijd meer was om een derde stelling te bespreken. De uitkomsten van deze sessie worden gebruikt om de vervolgstappen van het onderzoek van de Universiteit Utrecht vorm te geven. Samen met betrokken partijen, stakeholders en professionals vanuit verschillende functies zal een plan van aanpak geformuleerd en, te zijner tijd, gepresenteerd worden.

Geïnteresseerd en/of wil je op de hoogte worden gehouden? Stuur een mail naar info@vrouweninbeeld.nl.

Home