Onderzoek naar diversiteit en inclusie in de audiovisuele-sector

Op 26 mei is “Je kunt niet zijn wat je niet kunt zien” gepubliceerd, het eindrapport van het onderzoek naar diversiteit en inclusie in de audiovisuele-sector. Hierin is vastgesteld hoe etnisch-divers en inclusief de film- en AV-sector in Nederland is. Zowel achter de schermen, op het scherm als in de verhalen die in de producties worden verteld.

Het onderzoek is een initiatief van stichting KLEUR in samenwerking met de DAFF, Eye en Filmfonds en is uitgevoerd door DSP-groep in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Dit onderzoek is een belangrijke eerste stap om meer inzicht te krijgen in representatie en inclusie in de AV-sector, om zo uitsluiting in de sector te kunnen bestrijden. Uit het onderzoek blijkt dat er nog veel stappen te zetten en verbeteringen te realiseren zijn.

Staatssecretaris Gunay Uslu over het onderzoek: “Het onderzoek dient als een spiegel voor de sector. De culturele en creatieve sector moet toegankelijk zijn voor iedereen. Makers en andere professionals moeten zich ten volle kunnen ontwikkelen. Uit dit onderzoek blijkt dat dit nog niet voor iedereen in dezelfde mate het geval is, en dat is ontoelaatbaar. Ik roep de sector daarom op om met de uitkomsten van het onderzoek aan de slag te gaan. Het inclusief maken van de sector is immers een collectieve opgave. Ik blijf daarbij de sector aanjagen en ondersteunen. Dit onderzoek is een nulmeting, een momentopname. Het is mijn intentie om de ontwikkelingen op dit terrein te blijven monitoren en het onderzoek periodiek te herhalen.”

Samenvatting van de resultaten:

  • De etnische diversiteit in de film- en AV-sector lijkt in grote lijnen representatief voor de etnische diversiteit van de Nederlandse samenleving.
  • Maar het onderzoek laat ook zien dat accentverschillen naar achtergrond bestaan. Makers van Aziatische, Marokkaanse en Turkse herkomst zijn minder gerepresenteerd in de sector. Makers van Surinaamse, Antilliaanse en Indonesische herkomst zijn relatief meer gerepresenteerd.
  • Makers van kleur zijn ondervertegenwoordigd in leidinggevende functies, werken gemiddeld korter in de sector, zijn gemiddeld jonger en hebben minder vaak werk dan witte makers.
  • In fictieproducties ligt het aandeel dragende karakters van kleur lager dan op basis van het aandeel van mensen van kleur in de Nederlandse samenleving verwacht mag worden.
  • Bij non-fictie is juist sprake van een oververtegenwoordiging van personages van kleur.
  • Het witte vertelperspectief is ten opzichte van de etnische diversiteit van de Nederlandse samenleving oververtegenwoordigd binnen de producties.
  • Makers van kleur ervaren de sector als weinig inclusief. Degene die de sector wel inclusief ervaren, zijn bovengemiddeld oud, vaak man, en in een leidinggevende functie.

 

Lees hier het hele rapport
Home